Angst

Angst is het tegenovergestelde van geloof. Angst vervult in principe een nuttige functie. Het is een signaal dat er (echt of denkbeeldig) gevaar dreigt.

Normale angst zet de mens daarbij aan om op een bepaalde manier een (onprettige) situatie tegemoet te treden door die te bestrijden of door ervoor te vluchten. Angst is op zich dus een normale reactie. Angst is eigenlijk geen gevoel. Het is veel meer een stemming, net zoals iemand somber, blij, verdrietig of opgetogen kan zijn. Angst richt zich niet op iets specifieks.

Teveel angst: Angstgevoelens kunnen echter ook een veel te grote rol spelen. Angst kan betrekking hebben op bedreiging van het leven, angst voor pijn, angst voor veroordeling (schuldgevoelens), angst voor verlies van mensen die dierbaar zijn, angst te worden uitgelachen (schaamte) of angst het contact met de realiteit te verliezen. In Genesis 3 komt voor de eerste keer angst in de Bijbel voor. Deze angst komt voort vanuit het schuldig staan tegenover God.

Angst heeft verband met straf (1 Johannes 4:18); bevrijding van straf kan angst wegnemen; erkenning van schuld is cruciaal; angst richt zich op zichzelf, door liefde en vergeving gerichtheid op de ander. Hoe meer angst, hoe minder liefde en vice versa.

Angst resulteert in slavernij (Romeinen 6:17). Liefde geeft, angst vraagt. Liefde heeft te maken met de Vader-kind relatie, angst met Rechter-goddeloze relatie.
Bijbelse figuren kenden ook angst, maar gingen daarmee naar God toe.

Angst leidt tot gevoelens van verdriet, schuld en berouw; maar God herstelt! Het vermijden van angst is op korte termijn effectief maar op langere termijn destructief.
Er zijn gezonde antwoorden op angst: liefde en geloof. Liefde geeft externe gerichtheid, angst juist interne gerichtheid. Door liefde kun je egocentrisch denken doorbreken. Liefde richt zich op God, Zijn Woord en de naaste.
De waarheid maakt vrij, dus breek met de leugen!